Reis
Of we weten – papier, wolken, kruimels – hoe de reis gaat?
Om onze grootte te beperken omringen de dingen ons,
meestal wachtend – afwachtend, ondernemen geen stap.
Wij willen vertrekken, zijn rusteloos en het tafelblad is het dak.
Als we mogen, is er de deur die tegenhoudt, het raam dat
het oog doorlaat, het met broodmes geneden spoor om te volgen.
Vork en zoutvat wijzen ons de weg – we zijn in hun nabijheid.
Of we zien – buik, modder, pedaal – wat om ons heen is?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten