Bij de kleine rots is het onderwaterhuis.
Staat daar om af te brokkelen. Daar spelen
vadertje en moedertje ons. Bovenop de berg
staat een stopgarendier dat bellen blaast.
Staat daar om af te brokkelen. Daar spelen
vadertje en moedertje ons. Bovenop de berg
staat een stopgarendier dat bellen blaast.
Dat daar – maak er een foto van – kan
een reuzenschip zijn. Het was zo'n klim.
een reuzenschip zijn. Het was zo'n klim.
De kinderneusjes zien eruit als souvenirs.
We moesten maar weer eens naar huis.
We moesten maar weer eens naar huis.
Willen niet, weten niet wat we zien.
We verdwalen, ook nu we weer teruggaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten