De avond valt en het is november.
In de huizen wordt vlees gegeten.
Twee vogels zitten op de zelfde draad.
Ze nemen de kleur van de nacht aan.
Door het water op het asfalt gaat
een vouwlijn en wie weet hoe het zit,
weet hoe men daarin verdrinken kan,
eerder nog dan in een oceaan.
Elke dag is er een moment dat het leven
buiten zich beperkt tot geblaf.
Dan rolt er een dieseltrein voorbij.
Hij neemt het geluid van de nacht over.
Er bestaat een geleidelijk vergeten.
Er staan hekken in het paradijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten