een in een buitenwijk en een in de lucht
ik heb wolken en een ondiepe vijver
een broek zonder bretels waarin ik verzuip
ik zeg dank u tegen de oude wijze kater
tegen stenen zwijg ik gepast, ik fluit, sta
vroeg op, ik heb een blauw oog en een groen
ik heb een dino op een plank, een fiets
waarmee ik de stad in rij, want daar is waar ik denk
ik heb gedachten maar zij gaan te voet
ik moet denken en daarna het gelag betalen.
ik heb
koud water.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten