donderdag 30 september 2010

Reis

Reis

Of we weten – papier, wolken, kruimels – hoe de reis gaat?
Om onze grootte te beperken omringen de dingen ons,
meestal wachtend – afwachtend, ondernemen geen stap.
Wij willen vertrekken, zijn rusteloos en het tafelblad is het dak.

Als we mogen, is er de deur die tegenhoudt, het raam dat
het oog doorlaat, het met broodmes geneden spoor om te volgen.
Vork en zoutvat wijzen ons de weg – we zijn in hun nabijheid.
Of we zien – buik, modder, pedaal – wat om ons heen is?

dinsdag 21 september 2010

Gebloemleest

Vandaag in de bus: een brief van uitgeverij Kleine uil. In november verschijnt een bloemlezing met de titel Verrassend Nedersaksisch en... ik sta erin met Sloapend laid.

Sloapend laid

Was k op n stee van hunnig,
ik zol der aine van wol en kamfer
willen, want hunnig smoakt

as hunnig, dat wil zeggen zuit
as sloap en tougelieks vaals
as dood. t Is zummer

en t lustert noar kolle.
We wiezen mekoar terug,
nait noar stee woar licht

en lucht ons klaiden,
moar dij woar oasem
stoekt in roek van kloaver,

bie mien waiten gruin kneusd.
Oren binnen neudeg om afschaid
te nemen. t Is tied

en t luustert noar regen.

dinsdag 14 september 2010

Donderdaglied

Donderdagslied


  (schreeuwerig, doch vrolijk)
Wij weten best, liegend horloge,
hoe laat en al ligt de wereld in bed:
Wij willen en woestijnen wijn.

Toen we ouwelijk, droge bast, zochten
op de tenen reikend tot het plafond:
Wij willen en gisten dromen.

Houden hoogte, droogte en de gloed in.
Kelen blussen we met roomvanille-ijs.
Wij willen en parkeren willen.


  (flarf)
Wel gebruikt is reeds voorbij. Wij donderen
de tijd vliegt en drinken, de dag snelt hem.
Snacks en frisdrank op maandag, dinsdag,
woensdagmiddag, rode kater horloge merk
Ozoo bling bling, donderdag, donderdagslied.

zondag 5 september 2010

Adem

Adem

Adem is het werk van een kind,
wind het gewin van een leven.

Wat daarin meezweeft is de spin
in de tongenlikkende schemer.

Is de vinger langs de vette rand,
is de inhoud, is kijk in de pan.

Is de vrouw met de grote ogen
op de hoek van de Kleine Appelstraat.

Is de kat die het aanrecht doet.
Is roggebrood met jong belegen.