zaterdag 4 december 2010

Ex-voto

Geefzingend en half vraagfluisterend –
dat ben je verplicht aan het onmooie.

Je wilde het bos en het pad door het bos zijn.

Het pad dat je kunt laten zingen – zingen
als je stampt – als er kan worden gestampt.

Het pad dat een lint is, een door de zomerbui
achtergelaten lint, een stropdas met polkadots.

Niets is meer zo, niets meer kunnen – niets.

Verwond, een lage tak of zo – of zo, want pijn
verbrandt aandacht. Schuilen – naast het pad,

onder de beuk die op zijn bast tronies heeft
en kniest om de regen – daar schuilen.

De nacht vergeeft – het bos vergeet.