woensdag 2 februari 2011

Belladonna

Het raam hangt in de muur,
waarachter rond water, ronder
dan een schervengezicht, ontbiedt.

Daar blaft een hond. Daar schuift
een huis uit het licht. Verschuift,
omdat het zich van zijn plek wenst.

Op de plaats die vrijkomt
zit, in fondanten warmte, zij.
Badpak, wijn, vogelgefladder

tegen de tijd. Ze bloeit op.
Ze kijkt op, roodbruin, kijkt
je aan, kraakbarst tussen de ogen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten